Coquilles met avocadopuree

Saint Jacques was de heilige apostel Jacobus, die in Santiago de Compostella begraven zou liggen. Dit Spaanse bedevaartsoord ligt in Galicië, waar aan de kust veel coquilles, ook wel kammosselen of Sint-Jacobsschelpen genoemd, worden opgevist. De pelgrims dragen vaak de schelp van deze mossel. Het zichtbaar dragen van de schelp, op de hoed of op de jas genaaid, gaf bescherming tegen struikrovers, die de dragers uit een erecode met rust lieten.

 

Het vlees van de Sint-Jacobsschelp is rijk aan ijzer. Een goed gebakken coquille heeft een gekaramelliseerd korstje en iets doorschijnend vlees dat heerlijk zacht is. Echt wit vlees is te hard gebakken en taaier. Bakken is niet altijd nodig, want superverse coquilles zijn rauw niet te versmaden.

Breng 50 gr linzen aan de kook in 1/2 liter visbouillon. Laat 30 minuten zacht doorkoken.

Snijd een mango in blokjes. Schep de mango door 50 gr gemengde sla en de afgekoelde linzen. Schil en ontpit de avocado. Druk het vruchtvlees met een vork tot puree. Roer 125 ml zure room, enkele druppels citroensap, 1 fijngesneden teen knoflook, 1 tl fijngesneden of geraspte verse gember en 2 el chilisaus door de avocado. Grill of bak 6 coquilles in anderhalve minuut met wat peper gaar. Serveer de coquilles met de salade en de avocadopuree.