120 ml sojasaus
30 ml mirin
30 ml rijstazijn
60 ml gembersiroop
50 ml sesamolie
1 el honing
2 tl suiker
1 teentje knoflook
Meng alle ingrediënten behalve de knoflook in een steelpannetje. Pers de knoflook erboven uit. Laat de saus enkele minuten zachtjes koken totdat hij enigszins stroperig wordt.
Dep een blok tofu droog met een doek. Snijd de tofu in dunne plakjes. Leg ze te drogen op een doek. Verhit wat zonnebloemolie in een pan. Leg de tofuplakjes in de pan (zorg ervoor dat de pan niet te vol wordt). Bestrijk met een kwastje de bovenliggende zijde van de tofuplakjes met de marinade. Keer de tofuplakjes om en bestrijk de andere zijde met de marinade. Keer de plakjes regelmatig om totdat ze donkerbruin zijn. Zorg ervoor dat er wat marinade overblijft, die heb je nodig voor de pindasaus.
Pindasaus:
Gebruik het restje marinade als basis. Voeg 2 el pindakaas toe en 200 ml kokosmelk. Meng het geheel in een blender tot een gladde saus. Giet de saus over in een pannetje. Snijd een halve serehstengel in plakjes. Voeg deze plakjes toe aan de pindasaus en laat de saus gedurende 15 minuten indikken op een laag vuur. Af en toe omroeren.
Nasi:
Kook 1 kop rijst op de gebruikelijke wijze. Snijd een halve paksoi in stukjes. Verhit olie in de wok en voeg een teentje knoflook, wat fijngesneden verse gember en een halve Spaanse peper (in reepjes) toe. Bak 100 gram garnalen (sea bob) in de olie en schep ze er vrij snel weer uit, anders worden ze taai. Bak vervolgens de paksoi in de olie. Snijd 1/3 winterwortel in kleine stukjes. Met de kool meebakken. Schep de wok leeg. Snijd een dikke plak koolraap in blokjes en bak deze in de wok. De wok leeg scheppen. Bak de gekookte rijst en voeg alle gewokte groenten en de garnalen toe. Warm het geheel goed door. Serveer met de pindasaus en de tofu.
De gebruikte groenten kunnen door andere groenten vervangen worden. Eventueel kunnen de garnalen weggelaten worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.